Financiële educatie in het curriculum
Op veel scholen in Nederland wordt op enig moment aandacht besteed aan financiële vaardigheden. Bijvoorbeeld tijdens de Week van het geld, als het nieuws daar aanleiding toe geeft, of als het onderwerp aan bod komt in de lesmethode.
In de kerndoelen en eindtermen van het onderwijscurriculum komen financiële vaardigheden echter maar summier of zijdelings voor. Wijzer in geldzaken zet zich in voor meer aandacht voor financiële vaardigheden in het onderwijscurriculum. Zodat alle leerlingen in Nederland tijdens hun schoolcarrière financiële vaardigheden krijgen aangeleerd die hen later kunnen helpen om bewuste financiële keuzes te maken.
Het aanleren van deze vaardigheden is het meest effectief op momenten dat ze ook daadwerkelijk ingezet kunnen worden, dus passend bij de leefwereld van jongeren. Daarom pleit Wijzer in geldzaken voor een doorlopende leerlijn, waarin leerlingen op meerdere momenten aan de slag gaan met financiële vaardigheden.
Nieuw curriculum
Op dit moment wordt het Nederlandse onderwijscurriculum herzien om het toekomstbestendig te maken. Afgelopen jaren hebben leraren, schoolleiders en andere experts voorstellen opgeleverd voor de herziening van het curriculum in het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
In april 2022 heeft SLO van het ministerie van OCW de opdracht gekregen om samen met het onderwijsveld concrete en actuele kerndoelen te ontwikkelen voor Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid.
Wil je meer weten over de curriculumherziening? Kijk op Actualisatie kerndoelen voor de laatste stand van zaken.
Huidige curriculum
In het huidige onderwijscurriculum sluiten financiële vaardigheden aan bij de volgende kerndoelen en eindtermen:
Basisonderwijs
Oriëntatie op jezelf en de wereld
- KERNDOEL 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeerdeelnemer en als consument
Voortgezet Onderwijs Onderbouw
Oriëntatie op jezelf en de wereld
- KERNDOEL 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.
- KERNDOEL 35: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.
Voortgezet Onderwijs Bovenbouw
Eindtermen economie (vmbo)
- EC/K/4A: De kandidaat heeft inzicht in de theorie van het consumentengedrag zoals keuzes, behoeften, inkomen en dergelijke en in de functies van het geld zoals lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
- EC/K/6: De kandidaat heeft inzicht in de sociale, economische en financiële functies van de overheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Eindtermen bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid (havo/vwo)
- Domein B, van persoon naar rechtspersoon: De kandidaat kan vraagstukken met persoonlijke financiële consequenties herkennen en (financieel) onderbouwde keuzes maken.
Financiële educatie in het mbo
Ook op veel mbo’s wordt aandacht besteed aan financiële vaardigheden en overzicht houden over persoonlijke financiën. Sommige opleidingen werken met budgetcoaches of andere manieren om studenten te ondersteunen bij financiële vraagstukken. Aandacht voor financiële vaardigheden in de les past het beste in het burgerschapsonderwijs. In de kwalificatie-eisen van de economische dimensie van burgerschap komen een aantal financiële vaardigheden aan bod.
Generieke kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap
In de economische dimensie van burgerschap komen twee thema’s aan de orde:
- De bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt;
- De bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij.
Het tweede, over deelname aan de maatschappij als consument biedt veel aanknopingspunten voor financiële educatie. In de kwalificatie-eisen worden bovendien de volgende onderwerpen genoemd: de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten, weten hoe je informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken, inzicht in eigen wensen in relatie tot eigen financiële speelruimte en het maken van afwegingen bij de aanschaf van producten en diensten m.b.t. maatschappelijke belangen als duurzaamheid en gezondheid.
Lees meer over de economische dimensie van burgerschap op de website van het Kennispunt burgerschap mbo.